Heerlijk vind ik het om af en toe een hengeltje uit te gooien met mijn zoontjes in de weekeinden. Inmiddels hangt in de meeste rivieren en beekjes bij een duikende dobber vaker een uit Oost-Europa afkomstige Zwartbekgrondel aan het haakje dan een Hollandse Ruis- of Blankvoorn. De prachtige, doch uit Noord- Amerika afkomstige Zonnebaars heeft al half Brabant en Limburg overmeesterd en in een groot aantal karakteristieke vennen alle waardevolle amfibieën opgegeten. Er zwemmen inmiddels honderdduizenden en het bestrijden valt niet mee.
Het bovenstaande is slechts een greep uit de effecten die klimaatverandering in mijn nabije omgeving zichtbaar maakt. Klimaatverandering is geen HOAX, dat stelt zelfs de heer Trump.
Als de PAS toch niet blijkt te PASsen
Die conclusie brengt me naar de recente rechtspraak van onze hoogste bestuursrechter. Op 29 mei j.l. deed deze rechtbank een uitspraak waarmee ze de grondslag onder de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) uitsloeg. In deze PAS, die in 2015 in het leven is geroepen om een oplossing te bieden voor de lastige doelstelling om stikstofdepositie op gevoelige natuurgebieden aan banden te leggen, werd vooruitgelopen op een afname van stikstof door maatregelen die nog niet genomen waren. Een uitgangspunt dat totaal in strijd bleek met de Habitatrichtlijn. Op advies van het Europees Hof moest Nederland nog maar eens kritisch kijken naar de PAS…
En kritisch is gekeken. Tegen mijn verwachting in, is een groot deel van de grondslag van de PAS weggeslagen. Eigenlijk zoals mijn collega Eric van der Aa dit al had benoemd in zijn blog in oktober 2017. Het is niet meer mogelijk om voor te sorteren op stikstofruimte die nog niet daadwerkelijk gerealiseerd is. Daarnaast is het claimen van prioritaire ruimte, een voorrecht en een reservering op toekomstige ruimte voor bedrijven en ontwikkelingen die dat begrepen in de aanloop naar de PAS, ook zo’n ‘weggeslagen’ mogelijkheid. Men legt in de media nu de nadruk op de Formule 1 in Zandvoort volgend jaar en de realisatie van Lelystad Airport, alsmede op een aantal grote, infrastructurele ontwikkelingen. Maar er zijn zoveel meer projecten die nu serieus in de problemen zitten. Projecten die initieel weer andere problemen oplossen: denk aan circulaire projecten die het begrip ‘afval’ omturnen naar grondstof, infrastructurele projecten die verkeersinfarcten oplossen en lokale stikstofproblemen weten te verleggen of projecten die de woningnood op een duurzame manier minder groot weten te maken.
De politiek roert zich inmiddels vurig: Economische belangen versus natuurontwikkeling. Dit kan toch niet, stellen partijen in de oppositie en coalitie. Nederland staat op slot. Zonder een politieke voorkeur uit te spreken: Eens! Nee, dit kan niet (meer). De manier waarop we het tot nu toe hebben gedaan heeft gefaald. Stikstofdepositie is alleen groter geworden en is sinds 2005 niet afgenomen. We zijn daarin zelf het lijdend voorwerp van ons ‘succes’ geworden. Het idee was goed, de uitvoering aanzienlijk minder.
Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat
Een groot deel van mijn opdrachtgevers, waarvoor mijn team en ik vergunningen van divers pluimage verzorgen, hebben een groot probleem door deze uitspraak. We kijken als adviseurs met een forse dosis nieuwe creativiteit naar dit probleem om de ontwikkelingen toch doorgang te kunnen geven. Juristen en experts opperen manieren om die creativiteit in te zetten. Oplossingen zijn er zeker, maar niet zonder consequenties. Dit is een serieus probleem. Als overkoepelende oplossing zou ik willen voorstellen dat het tijd wordt dat kaderstellend Nederland niet het onderwerp ‘economische groei’ tégen het onderwerp ‘natuurontwikkeling’ ziet maar dat we beiden bundelen en het probleem met de oplossing combineren. Niet vechten voor bestaande rechten, maar nieuwe rechten en kansen creëren. Economische stabiliteit of groei moet natuurinclusief gaan plaatsvinden. Iedere afweging voor infrastructuur, binnenstedelijke ontwikkelingen of industrie, noem ze maar op, zou de consequenties over de volle levenscyclus van die ontwikkeling in beeld moeten brengen en de effecten op de leefomgeving daarin een volwaardige plaats geven, bijvoorbeeld zoals voorgesteld in de nieuwe Omgevingswet? Iets dat veel verder zou moeten gaan dan een (al niet zo) eenvoudige LCA-cyclus die nu vaak in beeld wordt gebracht. Ik zie dat voor me, vanaf aanlegfase tot beëindiging van de ontwikkeling. Sceptici zullen zeggen dat dat onmogelijk is. Mijn glas is echter halfvol en ik zie het als een uitdaging om naar onze samenleving als geheel te kijken. Ik nodig u uit om dat ook te doen. Overigens moet dat nu en het moet snel. Het klimaat kondigt al een hele poos aan dat de tijd van Nederlands polderen zijn houdbaarheidsdatum ver heeft overschreden. Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat.
Een BENG als polderproduct, zonder flinke BOEM!
Dat halfvolle glas is overigens niet gebruikt bij de langdurige onderhandelingen over de BENG. Innovatie en doorpakken zijn in de kiem gesmoord. Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen vanaf 1 juli 2020 moeten voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Minister Ollongren heeft op 11 juni de Tweede Kamer een brief gestuurd met de (naar alle waarschijnlijk) definitieve eisen, die na de zomer geeffectueerd zullen worden in nieuwe wetgeving. De invulling van het eisenpakket is jarenlang onderwerp van discussie geweest. Marktanalyses, gesprekken met de bestaande markt en overheden. Welke rekenmethode is nu de juiste en wat zijn daarbij de beste uitgangspunten? Dit alles heeft geresulteerd in een nieuwe eis, de NTA 8800 waarmee de tot nu gehanteerde EPC (energie prestatie coëfficiënt) komt te vervallen. Ik spreek in dit blog mijn grote teleurstelling uit over het gebrek aan innovatie en daadkracht. Gelukkig ben ik niet de enige. Omgerekend zal de BENG een EPC van 0,2 (waar de EPC in het Bouwbesluit al 0,4 was) hanteren. Om u in lekentaal een voorbeeld te geven: dat zijn vier zonnepaneeltjes bovenop hetgeen het Bouwbesluit 2012 (ja ZEVEN jaar geleden) al mogelijk maakt. ZEVEN jaar geleden kreeg je ook nog korting als je een ‘zuinige’ diesel in de bijtelling reed. Die tijd is voorbij. Ik chargeer enigszins, maar het toont aan dat polderen in Nederland nog steeds de grote norm is. Vier zonnepaneeltjes extra per huis wint je 0,2 EPC en daar moeten we letterlijk het klimaat mee redden. Ik schaam me voor dit resultaat. Energie in de bestaande bouw is slechts alleen mijn ‘hobby’ en niet mijn vakgebied, maar als finalist van de verkiezing van het meest duurzame huis van Nederland afgelopen jaar staat het schaamrood mij op de kaken. Wat een misser.
Grondposities in Nederland zijn schaars. We hebben te weinig woningen. Collega Leo Snel heeft dat recent nog benadrukt bij BNR Radio Bouwmeesters. We hebben met een forse inhaalslag te maken in de verduurzaming van bestaand vastgoed. Toch gaan we met droge ogen verkopen dat nieuwbouw ‘bijna’ energieneutraal is en daarbij kloppen we onszelf op de borst. Wat hebben we het goed gedaan. Mensen, dat is niet zo. We moeten ons schamen. Alle nieuwbouw zou energieleverend moeten zijn. Minimaal. Zozeer energieleverend zelfs dat onze landelijke opgave om bestaand vastgoed te verduurzamen daarmee een eenvoudigere opgave gaat worden. De technieken bestaan allang, ze zijn duurder maar betaalbaar en op grote schaal beschikbaar.
Hoe een stofzuiger ook een vliegwiel is
Het vliegwieleffect moet nu op gang komen. Niet alleen om onze natuurgebieden te beschermen en om innovatieve bedrijven te faciliteren, maar ook om onze bebouwde omgeving energieleverend te maken.
Ik roep de Nederlandse politiek op om daarin het voortouw te nemen. Europa heeft eerder een mooie stap gezet met de stofzuigerwet. De nieuwe Ecodesign-vereisten die op 1 september 2017 zijn ingegaan, staan in de Europese verordeningen 665/2013 en 666/2013. Stofzuigers mogen niet meer dan 900 Watt gebruiken. Particulieren kochten alleen 2000Watt exemplaren, omdat dat betekende dat ze krachtig hun werk doen. Particulieren waren hierin ‘ge-mediahyped’ en keken alleen naar vermogen. Wat bleek, zuigkracht heeft niet zozeer een evenredige correlatie met het elektrisch vermogen. Nu de EU hierin het voortouw neemt is weer innovatie mogelijk en lijkt de branche een grote stap te kunnen maken met een forse vermindering in energieverbruik tot gevolg. Yes! Dank aan de EU. Zo ook het veelbesproken gasverbod voor nieuwbouw van afgelopen jaar, dat vanuit onze eigen overheid plotsklaps is opgelegd. Uiteraard volgde hierop een storm van verontwaardiging, met name uit de eigen branche. Wat blijkt nu, het is prima realiseerbaar! Niet zonder slag of stoot, maar het kan.
De nieuwe omgevingswet maakt het mogelijk dat lokale overheden een eigen aanvullend kader stellen. Ik zou deze overheden ook willen vragen bij de inwerkingtreding niet terughoudend te zijn met het stellen van nieuwe normen. Stel de kaders, stel ze scherp en wees daarmee het vliegwiel tot innovatie. Als het zelfs met een stofzuiger kan…
Geen Pas op de Plaats, Geen BENG zonder BOEM!
Zowel de PAS als de BENG hebben iets nodig. Ik zou dat de BOEM! willen noemen. Als in een explosie. Een explosie van verandering. Een explosie van transitie en een explosie van innovatie. Talrijke initiatieven zijn de R&D-fase ruimschoots voorbij, dat kon 10 jaar geleden al. We hoeven niet te bewijzen dat we kunnen transporteren, kunnen produceren en kunnen leven zonder onze natuurgebieden te schaden. We kunnen daarnaast ook energieleverend bouwen en werken en leven. Easy. Ed Nijpels, voorzitter van de Commissie Borging Energieakkoord voor duurzame groei van de SER, heeft afgelopen jaren veelvuldig aangegeven dat het geld over de plinten klotst en iedereen moet meedoen. Laten we dat geld gebruiken en laat iedereen meedoen. Op de juiste manier. Als een BOEM graag!
Natuurlijk gaat u mij vervolgens de volgende vraag stellen: Wie gaan dat betalen? Nou, u en ik. Linksom of rechtsom. Maar het vliegwieleffect zou ik graag van Den Haag geïnitieerd willen zien. We moeten kilometers gaan maken. Ook die kilometers moeten u en ik gaan maken, een omwenteling zoals Jan Rotmans dat zo mooi zegt
Mijn zoontjes en ik gooien nog een keer onze hengeltjes uit. Hiermee als doel om een zwartbekgrondel of een ruisvoorn te vangen, ach. Het aas dat we aanbieden kan het verschil wel eens maken, waar niet. De Nederlandse rovers van de rivieren hebben het menu tenslotte ook aangepast. Baarzen vangen nu zwartbekgrondels en snoeken worden ingezet om de zonnebaars te bestrijden. Dat is een veerkracht die wij ook mogen laten zien. Als het niet gaat zoals het moet, moet het zoals het gaat. De wereld verandert tenslotte. Wij veranderen mee en niet andersom. Goede vangst!
PAS BOEM BENG!
Stefan van Vessem
Vergunningenmanager Rho Adviseurs voor Leefruimte.
Nieuws – Rho Adviseurs