Geplaatst: 24 februari 2025

Mijn aquarium is net stikstof-Nederland!

Mijn aquarium is net stikstof-Nederland!

De mensen die iets dichter bij me staan, kennen één van mijn eigenaardige hobby’s wel. Al enige tijd weet ik namelijk mijn vrije tijd deels in te vullen met het onderhoud en beheer van mijn aquarium. Een gekke hobby wellicht, maar eentje waar ik enorm van kan genieten. Visjes houd ik al vanaf mijn tienerjaren; ik raak er eenvoudigweg niet op uitgekeken. Toen ik twee jaar geleden in mijn huidige woning trok, wist ik één ding zeker: er moest en zou een groot aquarium komen. Een eyecatcher centraal in de woonkamer. Dat is gelukt! De helft van mijn keukeneiland is een aquarium van bruto 1400 liter geworden. Best een plonsje tropisch water van ongeveer 24 graden. Het ontwerp en de inrichting ervan heb ik zelf gedaan en dat alleen al was heel tof om te maken. Alle techniek heb ik er zelf in gesleuteld en inmiddels draait het aquarium zo’n anderhalf jaar stabiel en zoveel mogelijk geautomatiseerd. Ieder zo zijn gekke hobby, dit is (een van) de mijne. 😉

In het aquarium houd ik Malawicichliden, familie van de baarsachtigen. Ze komen oorspronkelijk uit het Malawimeer in Centraal Afrika. Ik waardeer deze diertjes om hun mooie kleuren en opmerkelijke gedrag. Ze vermenigvuldigen ook op een snelheid die niet bij te houden is. Ik begon met 45 jonge vissen. Die zijn inmiddels niet jong meer; de grootste zijn inmiddels ruim 20 cm, maar hebben zich in die anderhalf jaar wel verdubbeld in aantal. Dat heeft impact op de leefomgeving! Wat een aanvullende uitdaging is, is het feit dat ze nogal vervuilen en in zo’n mate dat weinig regulier aquariumfilter daar tegenop gewassen is. Ondanks het overbemeten filter moet ik het aquarium daarom regelmatig verschonen en water wisselen. De enorme hoeveelheid nitraat die in een week tijd opbouwt en vervolgens in het giftige nitriet omslaat, is een potentieel gezondheidsprobleem voor het leven in het aquarium. Daarom moet de grote filtercapaciteit (zowel fysisch als chemisch) wekelijks deels ververst worden. Zo ook 30% van het water in het aquarium. Daarmee hou ik de leefomgeving van mijn visjes gezond (en ja, dat water, rijk aan nutriënten, vang ik op en gebruik ik om de tuin te bewateren, de kamerplanten water te geven en binnenkort ga ik er ook het toilet mee doorspoelen (maar dat is een volgend project).

Eigenlijk is mijn aquarium Nederland. En eigenlijk is mijn nutriënten-uitdaging niets anders dan het stikstofprobleem zoals we dat kennen en waar de recente uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de nadruk op leggen. Ik wil niet de indruk wekken dat de complexiteit van het nutriëntenprobleem vergelijkbaar is; zo eenvoudig is het zéker niet en stikstof is niet hetzelfde als mijn nitraat-uitdaging. Echter zijn er overeenkomsten te zien en de oplossing zou wel eens heel dicht bij elkaar kunnen liggen. In beide situaties is sprake van een vermestend effect. Mijn aquarium verschilt daarin niet van de stikstofcrisis en het huidige mestprobleem in heel Nederland.

Ik kan het aquarium technisch wel blijven tweaken aan bijvoorbeeld het filter (wat met 240 liter zeker niet klein is), maar uiteindelijk zal het tegen de technische grenzen aanlopen. Ik kan wat meer zeoliet gaan gebruiken als filtermateriaal versus bijvoorbeeld actief kool. Ik kan de voeding van de vissen wat aanpassen en spelen met eiwit-inname zodat ze minder uitscheiden, meer planten erin zetten die de nutriënten opnemen (nutrient-fixatie) en spelen met de lichtvraag en aanbod. Je zou dat een pakket aan maatregelen kunnen noemen die allemaal afgewogen moeten worden, of een verbeterd filter als innovatie die mij van dit probleem afhelpt. Uiteindelijk is de oplossing voor mijn aquarium toch écht dat de populatie omlaag moet.

En nee, in tegenstelling tot wat minister Wiersma in recente nieuwsberichten suggereert en schijnt te hopen, kan ik niet klakkeloos de nitraatnorm maar omhoog schroeven want het risico op een ongekende ammoniak en nitrietpiek die mijn visjes om zeep helpt loert altijd om de hoek. Eigenlijk een beetje zoals de stikstofpiek op dit moment de Nederlandse natuur al sloopt.

De door de minister geroepen oplossingen zijn naar mijn beeld een herhaling van zetten en oude wijn in niet eens nieuwe zakken. Het zijn ondoordachte opmerkingen om een ontevreden politieke achterban gerust te stellen. Over de vergelijking met zandkorrels gesproken die in het stikstofdebat op 20 februari genoemd werden; in welke ogen zijn deze bedoeld? Een hypotheek op de toekomst nemen zoals Diederik Samsom deed in 2009 die de eerste crisis in 2019 veroorzaakte en waar ik bij het vallen van het PAS bij mijn toenmalige werkgever al ‘het blogje Pas Boem Beng’ schreef.

Ik zeg zéker NIET dat de huidige stikstofnormen geen micromanagement zijn waar we maar klakkeloos mee moeten doorgaan; deze weg is redelijk heilloos en dat zou echt anders moeten … emissiegericht versus depositiegericht maar ik stoor me er wel aan dat we, ongetwijfeld Haags politiek doelbewust, lijken te willen vergeten waar het echte probleem ligt. Ik hoorde in het stikstofdebat meerdere keren duidelijk gesteld worden dat ‘het monster in de bek gekeken moet worden’. Die behoefte aan en schreeuw om leiderschap en knopen doorhakken onderschrijf ik.

Net als bij de populatie-uitdaging in mijn aquarium is dat voor ons land de omvang van de veestapel. Alleen kan Nederland niet even die wekelijkse 30% waterwissel op zaterdagochtend doen die mijn aquarium en vissenbestand nu gezond houdt…. Sterkte en wijsheid met het zoeken naar uw ‘waterwissel’ minister Wiersma!

 


Geplaatst: 27 januari 2025

Stikstofspoken: De geest moét uit de fles!

Stikstofspoken: De geest moét uit de fles!

De stikstofcrisis in Nederland heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. Op 18 december 2024 deed de Afdeling (Raad van State, ABRvS) een baanbrekende uitspraak over stikstof, gevolgd door een belangrijke uitspraak van de Rechtbank op 22 januari 2025. In deze blog bespreek ik de enorme impact van deze uitspraken en de uitdagingen die voor ons liggen. Ik schreef eerder al over de gevolgen van de eerste uitspraak.

De impact en het bewustzijn werden nog groter na de uitspraak van de Rechtbank op woensdag 22 januari 2025. Het is bijzonder om te zien hoe, ruim een maand later, deze uitspraak eindelijk serieus wordt genomen door de mainstream media. Een zaak aangespannen door #Greenpeace en een ingestelde #commissie geleid door #premier #Schoof lijken nu eindelijk de ernst van de situatie te erkennen. Deze week bevestigde premier Schoof dit met krachtige woorden: binnen twee maanden komt er een stikstofplan, ‘de economie moet blijven functioneren’.

Deze urgentie was al duidelijk rond het jaar 2015, maar door het uitblijven van beslissingen, daadkracht en leiderschap van de kabinetten Rutte II t/m IV en kabinet Schoof staan we waar we nu staan. Onze rechterlijke macht is hier duidelijk over: hou je aan je afspraken, Nederland!

Premier Schoof zegt dat de economie moet blijven functioneren. Echter, twee provincies hebben de vergunningverlening stilgelegd, Gelderland en Brabant geven voorlopig geen stikstofvergunning af. Hoezo blíjven functioneren? Ik zou eerder voorzichtig suggereren om de focus te leggen op ‘weer aan het functioneren krijgen’.

Hoe kunnen we dat dan doen? Het is niet zo dat er geen onderzoek naar is gedaan, ondanks het uitblijven van besluitvorming door onze regering. Zowel het RIVM, TNO als de universiteiten hebben voldoende in beeld gebracht waar logische haakjes naar oplossingen te vinden zijn. Recent (augustus 2024) heeft TNO een voorstel gedaan om de rekenmethodiek te nuanceren; een ondergrens in de berekening van stikstofdepositiebijdragen voor vergunningverlening. Ook het rapport Inzicht stikstofverbindingen in Nederland van TNO uit april 2024 (R10757) geeft een verhelderend beeld van het gedrag van stikstofverbindingen in de atmosfeer.

TNO heeft in 2022 een daadkrachtige notitie geschreven: Een weg uit de stikstofproblematiek. Voor de duidelijkheid benoem ik hieronder de conclusies uit deze notitie:

Conclusies uit TNO-notitie:

  1. Herinrichting met toekomstperspectief voor gebieden rondom Natura 2000: Herinrichting aan de hand van zeer lage emissiebudgetten is noodzakelijk. Om snel inzicht te krijgen in de lokale emissies van individuele bronnen stelt TNO een snelle emissiescan in deze gebieden voor.
  2. Snelle handhaving van haalbare emissiebudgetten verder van Natura 2000-gebieden: Een eerste stap in emissiereductie kan in de meeste regio’s worden bereikt aan de hand van bewezen maatregelen zoals saldering (met afroming), extensivering van de landbouw en versnelde vernieuwing van vaar- en voertuigen. De emissies van ammoniak en stikstofoxiden zijn hierbij niet volledig uitwisselbaar. Om het geheel juridisch minder kwetsbaar te maken, stellen we daarom voor aparte emissiebudgetten voor deze stoffen te hanteren.
  3. Geleidelijke verlaging van stikstofemissies in heel Nederland: Door een stapsgewijze verlaging van de emissiebudgetten kunnen geleidelijk nieuwe maatregelen voor reductie en handhaving worden uitgewerkt. Oplossingen zoals procesoptimalisatie door technologische innovaties of managementmaatregelen en het opzetten van een systeem voor certificering van stikstofemissies van verschillende bronnen zijn zo op de middellange termijn haalbaar.
  4. Duurzaam stikstofbeheer door verbeterd instrumentarium: Om bevoegd gezag in de toekomst beter grip te geven op het Nederlands stikstofsysteem is er op de middellange termijn een verbeterslag nodig in het meet- en modelinstrumentarium. Zo kunnen de emissiebudgetten en de verspreiding en depositie van stikstof betrouwbaarder worden bepaald en beter worden beoordeeld.

Het is spijtig dat deze notitie niet heeft geleid tot aanpassingen in onze wet- en regelgeving, maar better late than never. Persoonlijk denk ik dat de Ministeriële commissie Economie en Natuurherstel onder leiding van premier Schoof deze notitie als een waardevolle kapstok kan gebruiken. De overige rapporten waar ik naar verwijs zou ik ook aanraden als verplicht leesvoer voor commissieleden; dit kan wellicht onkunde en onwaarheden in mediaverklaringen voorkomen.

Voor regeringsleden die nog steeds durven beweren dat het allemaal wel meevalt met onze natuur, raad ik aan om het rapport Onderzoek naar een ecologisch noodzakelijke reductiedoelstelling van stikstof van Van den Burg in opdracht van het #WNF uit april 2021 te lezen; dit laat heel verhelderend zien hoe ernstig het probleem is. Om aan te tonen dat twee jaar later het probleem nóg groter is geworden heeft Vakblad Natuur, Bos en Landschap een artikel gepubliceerd dat door de Rijksoverheid zelf beschikbaar wordt gesteld: Veel habitattypen blijken nóg gevoeliger voor stikstof.

We staan op een kruispunt in de stikstofcrisis. De keuzes die we nu maken, zullen bepalen hoe onze toekomst eruitziet. De geest móet uit de fles! Met de inzichten en aanbevelingen van experts hebben we de tools in handen om deze uitdaging aan te gaan. Het is twee over twaalf om deze kans te grijpen en een duurzame oplossing te vinden.

Alle wijsheid toegewenst!


Geplaatst: 24 december 2024

Niet zo feestelijk begin van de feestdagen 2024: Stikstofcrisis 2.0  in Nederland 

Niet zo feestelijk begin van de feestdagen 2024: Stikstofcrisis 2.0  in Nederland 

Op 18 december 2024 liet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de Nederlandse stikstofwetgeving op haar grondvesten schudden. Uitspraak werd gedaan over de natuurvergunning voor het bedrijf Rendac Son B.V. en over de Amercentrale van RWE. Weliswaar twee Brabantse projecten, maar heel Nederland gaat deze effecten voelen.

Op 18 december 2024 liet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de Nederlandse stikstofwetgeving op haar grondvesten schudden. Uitspraak werd gedaan over de natuurvergunning voor het bedrijf Rendac Son B.V. en over de Amercentrale van RWE. Weliswaar twee Brabantse projecten, maar heel Nederland gaat deze effecten voelen.

Mijn beeld als praktiserend proceduremanager? De impact van deze uitspraak is nét zo groot, zo niet groter, dan het vernietigen van de programmatische aanpak stikstof (PAS)  in 2019  

Volgens de huidige natuurbeschermingswetgeving onder de Omgevingswet moet bij elke uitbreiding of wijziging van een bedrijf eerst onderzocht worden of er significante gevolgen zijn voor beschermde natuurgebieden. Dit proces wordt de voortoets genoemd. Als blijkt dat er mogelijk significante gevolgen zijn, is een natuurvergunning nodig en moet een passende beoordeling worden uitgevoerd. In deze beoordeling wordt onderzocht of het bedrijf negatieve effecten heeft op de beschermde natuur.

Tot nu toe konden de vergunde stikstofgevolgen van het oude project worden weggestreept tegen die van het nieuwe project, een methode die bekend staat als intern salderen en waarvoor géén vergunningprocedure nodig was. Echter, deze aanpak verandert. Voortaan mag in de voortoets uitsluitend gekeken worden naar de gevolgen van het project zélf, vergund en feitelijk aanwezig, niet meer met onbenutte wél vergunde ruimte in de oude situatie.

Tot zover is dit een beleidslijn die niet als donderslag bij heldere hemel binnenkomt. Balen, meer regels, minder ruimte, omslachtiger maar soit, zo gaat het al vijf jaar…

Maar dan:  

De uitspraak heeft ook gevolgen voor bedrijven die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 intern hebben gesaldeerd en geen natuurvergunning nodig hadden volgens het oude beoordelingskader. Onder het nieuwe beoordelingskader kunnen deze activiteiten nu mogelijk wel vergunningplichtig zijn. En dat moet worden aangetoond aan het bevoegd gezag! Om rechtszekerheid te waarborgen, is besloten om een overgangsperiode te hanteren voor activiteiten die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 fysiek zijn gestart. Tot 1 januari 2030 kunnen provincies niet handhaven tegen het voortzetten van deze activiteiten zonder natuurvergunning.

Gedurende deze vijf jaar hebben bedrijven de tijd om te bepalen of ze een natuurvergunning nodig hebben voor hun activiteiten of om hun activiteiten aan te passen.  Voor zéker 80% van alle projecten waar ik de laatste 5 jaar vergunningen voor heb mogen organiseren speelt dit. Mocht je willen weten wat dit voor uw project betekent? (project vanaf 2020, heden én toekomst), Bel ons, we maken graag een risicoanalyse om te beoordelen of we kunnen helpen!


Geplaatst: 17 december 2024

Waar moet je aandenken bij het plaatsen van een Energie Opslag Systeem (EOS)

Waar moet je aandenken bij het plaatsen van een Energie Opslag Systeem (EOS)

In de huidige energietransitie speelt het Energie Opslag Systeem (EOS) een cruciale rol. Bedrijven die overwegen een EOS te realiseren, moeten zich bewust zijn van de vergunningsprocedures en de bijbehorende regelgeving. Dit artikel biedt een overzicht van de stappen die nodig zijn om een EOS te realiseren, inclusief de aanbevelingen voor het voldoen aan toekomstige wet- en regelgeving.

Wat is een EOS

Een Energie Opslag Systeem (EOS) is een technologie die energie opslaat voor later gebruik, wat helpt bij het balanceren van vraag en aanbod op het elektriciteitsnet. EOS-systemen zijn essentieel voor het integreren van hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie, die variabel zijn in hun energieproductie. De implementatie van een EOS biedt tal van voordelen, zoals het verbeteren van de energie-efficiëntie en het ondersteunen van duurzame energiebronnen. Echter, het proces om een EOS te realiseren vereist zorgvuldige planning en naleving van diverse regelgeving. Dit artikel bespreekt de belangrijkste aspecten van de vergunningsprocedure en geeft aanbevelingen voor bedrijven die een EOS willen installeren.

Omgevingsplan en Omgevingsvergunning Bouwen

Bij de plaatsing van een EOS is het essentieel om te controleren of de locatie binnen het geldende omgevingsplan valt. Een specifieke regel voor het gebruik van een EOS zijn wij nog niet tegengekomen in Omgevingsplannen. Toch kan een ruimtelijke procedure (OPA óf BOPA) nodig zijn omdat de EOS buiten het bouwvlak geplaatst wordt of sprake is van een te lage milieucategorie.

Daarnaast is een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist. Als de EOS op het distributienet aangesloten is kan deze mogelijk als nutsvoorziening gezien worden, afhankelijk van de afmetingen van het bouwwerk kan deze binnen de uitzonderingen voor een technische bouwactiviteit vallen.

Milieubelastende Activiteit (MBA) en Zorgplicht

Hoewel een EOS momenteel niet als een milieubelastende activiteit (MBA) wordt beschouwd onder het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), is het raadzaam om een maatwerkbesluit aan te vragen bij het bevoegd gezag. Dit maatwerkbesluit zorgt ervoor dat de EOS voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en biedt een juridisch kader voor de exploitatie van het systeem.

 

Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is een onderdeel van de Omgevingswet en regelt de milieubelastende activiteiten in Nederland. Het Bal bepaalt wanneer een activiteit als milieubelastend wordt beschouwd en welke verplichtingen daarbij horen, zoals informatieplicht, meldingsplicht of vergunningplicht. Voor een EOS is het belangrijk om te weten dat grootschalige energieopslag momenteel niet expliciet als milieubelastende activiteit wordt aangemerkt in het Bal. Dit betekent dat er geen specifieke vergunningplicht is voor de milieubelastende aspecten van een EOS. Echter, bedrijven moeten wel voldoen aan de algemene zorgplicht, wat inhoudt dat zij alle nodige maatregelen moeten nemen om negatieve effecten op de omgeving te voorkomen.

 

Zorgplicht en de PGS37-1

De zorgplicht voor de toepassing van een EOS volgt uit artikel 6.4 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit artikel verplicht de initiatiefnemer om alle maatregelen te nemen die nodig zijn voor het brandveilig gebruik van bouwwerken. Daarnaast is de zorgplicht opgenomen in artikel 22.4 van het Omgevingsplan, wat betekent dat er geen afbreuk mag worden gedaan aan de fysieke leefomgeving door de plaatsing en het gebruik van de EOS.

Hoewel de PGS37 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) momenteel nog niet is opgenomen in de geldende wet- en regelgeving, wordt verwacht dat deze in 2026 wordt opgenomen in het Bal. Het is daarom aan te raden de EOS volgens deze voorschriften te plaatsen. De PGS37-1 biedt richtlijnen voor de veilige opslag van energie en helpt om de risico’s van brand te minimaliseren.

 

Brandveiligheid

Brandveiligheid is een cruciaal onderdeel voor het veilig gebruik van een EOS. Zoals eerder beschreven adviseren wij om de installatie te plaatsen volgens de voorschriften van de PGS37-1, ook al is deze nog niet opgenomen in het Bal. Een Uitgangspuntendocument (UPD) brandveiligheid moet worden opgesteld en overlegd met het bevoegd gezag. Hierin is maatwerk mogelijk, daarom is het aan te raden de specificaties van de EOS bij de leverancier op te vragen. Het is belangrijk om deze stappen tijdig te ondernemen om vertragingen in het vergunningsproces te voorkomen.

 

Externe Veiligheid

Bij de beoordeling van de externe veiligheid van een EOS moeten de effecten op de omgeving in kaart worden gebracht. Dit omvat het bepalen van de richtafstanden ten opzichte van andere bebouwing. Het is essentieel om de specificaties van de EOS te kennen om een nauwkeurige risicoanalyse uit te voeren. Vooralsnog wordt een beschouwing met richtafstanden uitgevoerd, binnenkort komt hiervoor echter een nieuwe rekenmethodiek beschikbaar en zal een daadwerkelijke EV berekening moeten worden uitgevoerd.

Conclusie, proceduretijd en Planning

In het Bal is op dit moment geen koppeling terug te vinden met de PGS37-1. Wel kan het bevoegd gezag terugvallen op de zorgplicht uit de bruidsschat art. 22.4 en het bedrijf maatwerkvoorschriften opleggen om wél te voldoen aan de PGS37-1. De procedure voor maatwerkvoorschriften is regulier (8+6 wkn), bevoegd gezag mag dit verlengen naar 26+6 weken omdat in de Awb hier geen regels voor zijn opgenomen. Het is daarom raadzaam om vroegtijdig in overleg te treden met het bevoegd gezag om het verzoek om een maatwerkbesluit tijdig in te dienen.

Bedrijven die een EOS willen implementeren adviseren wij om de richtlijnen van de PGS37-1 te volgen en proactief te handelen om te voorkomen dat met terugwerkende kracht een vergunningplicht geldt. Door zorgvuldig te plannen en de juiste maatregelen te nemen, kunnen bedrijven profiteren van de voordelen van een EOS en bijdragen aan een duurzamere toekomst.


Geplaatst: 27 juni 2019

PAS BOEM BENG!

PAS BOEM BENG!

Juni 2019. Een beweeglijke maand in ontwikkelend Nederland.

Terwijl het land de laatste weken geteisterd is door moessonachtige regen- hagel- en onweersbuien, stevenen we deze week af op temperaturen van 37 graden of meer en nachttemperaturen van 20 graden. Dit jaar halen we de meeste temperatuurrecords sinds jaren. In heel het land vallen de eikenprocessierupsen (exoot) met  bosjes uit de bomen, tot wel 3x zoveel als afgelopen jaar, dat al een recordjaar was. Ook de droogte van afgelopen jaar kost menig boom de kop: nog nooit is er zoveel ‘dood hout’ te verwijderen dat nu risico vormt voor de geparkeerde auto, of erger, mensen die eronderdoor lopen. Men houdt het hart vast voor de droge zomer waar we nu wellicht voor staan.

Heerlijk vind ik het om af en toe een hengeltje uit te gooien met mijn zoontjes in de weekeinden. Inmiddels hangt in de meeste rivieren en beekjes bij een duikende dobber vaker een uit Oost-Europa afkomstige Zwartbekgrondel aan het haakje dan een Hollandse Ruis- of Blankvoorn. De prachtige, doch uit Noord- Amerika afkomstige Zonnebaars heeft al half Brabant en Limburg overmeesterd en in een groot aantal karakteristieke vennen alle waardevolle amfibieën opgegeten. Er zwemmen inmiddels honderdduizenden en het bestrijden valt niet mee.

Het bovenstaande is slechts een greep uit de effecten die klimaatverandering in mijn nabije omgeving zichtbaar maakt. Klimaatverandering is geen HOAX, dat stelt zelfs de heer Trump.

Als de PAS toch niet blijkt te PASsen

Die conclusie brengt me naar de recente rechtspraak van onze hoogste bestuursrechter. Op 29 mei j.l. deed deze rechtbank een uitspraak waarmee ze de grondslag onder de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) uitsloeg. In deze PAS, die in 2015 in het leven is geroepen om een oplossing te bieden voor de lastige doelstelling om stikstofdepositie op gevoelige natuurgebieden aan banden te leggen, werd vooruitgelopen op een afname van stikstof door maatregelen die nog niet genomen waren. Een uitgangspunt dat totaal in strijd bleek met de Habitatrichtlijn. Op advies van het Europees Hof moest Nederland nog maar eens kritisch kijken naar de PAS…

En kritisch is gekeken. Tegen mijn verwachting in, is een groot deel van de grondslag van de PAS weggeslagen. Eigenlijk zoals mijn collega Eric van der Aa dit al had benoemd in zijn blog in oktober 2017. Het is niet meer mogelijk om voor te sorteren op stikstofruimte die nog niet daadwerkelijk gerealiseerd is. Daarnaast is het claimen van prioritaire ruimte, een voorrecht en een reservering op toekomstige ruimte voor bedrijven en ontwikkelingen die dat begrepen in de aanloop naar de PAS, ook zo’n ‘weggeslagen’ mogelijkheid. Men legt in de media nu de nadruk op de Formule 1 in Zandvoort volgend jaar en de realisatie van Lelystad Airport, alsmede op een aantal grote, infrastructurele ontwikkelingen. Maar er zijn zoveel meer projecten die nu serieus in de problemen zitten. Projecten die initieel weer andere problemen oplossen: denk aan circulaire projecten die het begrip ‘afval’ omturnen naar grondstof, infrastructurele projecten die verkeersinfarcten oplossen en lokale stikstofproblemen weten te verleggen of projecten die de woningnood op een duurzame manier minder groot weten te maken.

De politiek roert zich inmiddels vurig: Economische belangen versus natuurontwikkeling. Dit kan toch niet, stellen partijen in de oppositie en coalitie. Nederland staat op slot. Zonder een politieke voorkeur uit te spreken: Eens! Nee, dit kan niet (meer). De manier waarop we het tot nu toe hebben gedaan heeft gefaald. Stikstofdepositie is alleen groter geworden en is sinds 2005 niet afgenomen. We zijn daarin zelf het lijdend voorwerp van ons ‘succes’ geworden. Het idee was goed, de uitvoering aanzienlijk minder.

Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat

Een groot deel van mijn opdrachtgevers, waarvoor mijn team en ik vergunningen van divers pluimage verzorgen, hebben een groot probleem door deze uitspraak. We kijken als adviseurs met een forse dosis nieuwe creativiteit naar dit probleem om de ontwikkelingen toch doorgang te kunnen geven. Juristen en experts opperen manieren om die creativiteit in te zetten. Oplossingen zijn er zeker, maar niet zonder consequenties. Dit is een serieus probleem. Als overkoepelende oplossing zou ik willen voorstellen dat het tijd wordt dat kaderstellend Nederland niet het onderwerp ‘economische groei’ tégen het onderwerp ‘natuurontwikkeling’ ziet maar dat we beiden bundelen en het probleem met de oplossing combineren. Niet vechten voor bestaande rechten, maar nieuwe rechten en kansen creëren. Economische stabiliteit of groei moet natuurinclusief gaan plaatsvinden. Iedere afweging voor infrastructuur, binnenstedelijke ontwikkelingen of industrie, noem ze maar op, zou de consequenties over de volle levenscyclus van die ontwikkeling in beeld moeten brengen en de effecten op de leefomgeving daarin een volwaardige plaats geven, bijvoorbeeld zoals voorgesteld in de nieuwe Omgevingswet? Iets dat veel verder zou moeten gaan dan een (al niet zo) eenvoudige LCA-cyclus die nu vaak in beeld wordt gebracht. Ik zie dat voor me, vanaf aanlegfase tot beëindiging van de ontwikkeling. Sceptici zullen zeggen dat dat onmogelijk is. Mijn glas is echter halfvol en ik zie het als een uitdaging om naar onze samenleving als geheel te kijken. Ik nodig u uit om dat ook te doen. Overigens moet dat nu en het moet  snel. Het klimaat kondigt al een hele poos aan  dat de tijd van Nederlands polderen zijn houdbaarheidsdatum ver heeft overschreden. Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat.

Een BENG als polderproduct, zonder flinke BOEM!

Dat halfvolle glas is overigens niet gebruikt bij de langdurige onderhandelingen over de BENG. Innovatie en doorpakken zijn  in de kiem gesmoord. Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat de vergunningaanvragen vanaf 1 juli 2020 moeten voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Minister Ollongren heeft op 11 juni de Tweede Kamer een brief gestuurd met de (naar alle waarschijnlijk) definitieve eisen, die na de zomer geeffectueerd zullen worden in nieuwe wetgeving. De invulling van het eisenpakket is jarenlang onderwerp van discussie geweest. Marktanalyses, gesprekken met de bestaande markt en overheden. Welke rekenmethode is nu de juiste en wat zijn daarbij de beste uitgangspunten? Dit alles heeft geresulteerd in een nieuwe eis, de NTA 8800 waarmee de tot nu gehanteerde EPC (energie prestatie coëfficiënt) komt te vervallen. Ik spreek in dit blog mijn grote teleurstelling uit over het gebrek aan innovatie en daadkracht. Gelukkig ben ik niet de enige. Omgerekend zal de BENG een EPC van 0,2 (waar de EPC in het Bouwbesluit al 0,4 was) hanteren. Om u in lekentaal een voorbeeld te geven: dat zijn vier zonnepaneeltjes bovenop hetgeen het Bouwbesluit 2012 (ja ZEVEN jaar geleden) al mogelijk maakt. ZEVEN jaar geleden kreeg je ook nog korting als je een ‘zuinige’ diesel in de bijtelling reed. Die tijd is voorbij. Ik chargeer enigszins, maar het toont aan dat polderen in Nederland nog steeds de grote norm is. Vier zonnepaneeltjes extra per huis wint je 0,2 EPC en daar moeten we letterlijk het klimaat mee redden. Ik schaam me voor dit resultaat. Energie in de bestaande bouw is slechts alleen mijn ‘hobby’ en niet mijn vakgebied, maar als finalist van de verkiezing van het meest duurzame huis van Nederland afgelopen jaar staat het schaamrood mij op de kaken. Wat een misser.

Grondposities in Nederland zijn schaars. We hebben te weinig woningen. Collega Leo Snel heeft dat recent nog benadrukt bij BNR Radio Bouwmeesters. We hebben met een forse inhaalslag te maken in de verduurzaming van bestaand vastgoed. Toch gaan we met droge ogen verkopen dat nieuwbouw ‘bijna’ energieneutraal is en daarbij kloppen we onszelf op de borst. Wat hebben we het goed gedaan. Mensen, dat is niet zo. We moeten ons schamen. Alle nieuwbouw zou energieleverend moeten zijn. Minimaal. Zozeer energieleverend zelfs dat onze landelijke opgave om bestaand vastgoed te verduurzamen daarmee een eenvoudigere opgave gaat worden. De technieken bestaan allang, ze zijn duurder maar betaalbaar  en op grote schaal beschikbaar.

Hoe een stofzuiger ook een vliegwiel is

Het vliegwieleffect moet nu op gang komen. Niet alleen om onze natuurgebieden te beschermen en om innovatieve bedrijven te faciliteren, maar  ook om onze bebouwde omgeving energieleverend te maken.

Ik roep de Nederlandse politiek op om daarin het voortouw te nemen. Europa heeft eerder een mooie stap gezet met de stofzuigerwet. De nieuwe Ecodesign-vereisten die op 1 september 2017 zijn ingegaan, staan in de Europese verordeningen 665/2013 en 666/2013. Stofzuigers mogen niet meer dan 900 Watt gebruiken. Particulieren kochten alleen 2000Watt exemplaren, omdat dat betekende dat ze krachtig hun werk doen. Particulieren waren hierin ‘ge-mediahyped’ en keken alleen naar vermogen. Wat bleek, zuigkracht heeft niet zozeer een evenredige correlatie met het elektrisch vermogen. Nu de EU hierin het voortouw neemt is weer innovatie mogelijk en lijkt de branche een grote stap te kunnen maken met een forse vermindering in energieverbruik tot gevolg. Yes! Dank aan de EU. Zo ook het veelbesproken gasverbod voor nieuwbouw van afgelopen jaar, dat vanuit onze eigen overheid plotsklaps is opgelegd. Uiteraard volgde hierop een storm van verontwaardiging, met name uit de eigen branche. Wat blijkt nu, het is prima realiseerbaar! Niet zonder slag of stoot, maar het kan.

De nieuwe omgevingswet maakt het mogelijk dat lokale overheden een eigen aanvullend kader stellen. Ik zou deze overheden ook willen vragen bij de inwerkingtreding niet terughoudend te zijn met het stellen van nieuwe normen. Stel de kaders, stel ze scherp en wees daarmee het vliegwiel tot innovatie. Als het zelfs met een stofzuiger kan…

Geen Pas op de Plaats, Geen BENG zonder BOEM!

Zowel de PAS als de BENG hebben iets nodig. Ik zou dat de BOEM! willen noemen. Als in een explosie. Een explosie van verandering. Een explosie van transitie en een explosie van innovatie. Talrijke initiatieven zijn de R&D-fase ruimschoots voorbij, dat kon 10 jaar geleden al. We hoeven niet te bewijzen dat we kunnen transporteren, kunnen produceren en kunnen leven zonder onze natuurgebieden te schaden. We kunnen daarnaast ook energieleverend bouwen en werken en leven. Easy. Ed Nijpels, voorzitter van de Commissie Borging Energieakkoord voor duurzame groei van de SER, heeft afgelopen jaren veelvuldig aangegeven dat het geld over de plinten klotst en iedereen moet meedoen. Laten we dat geld gebruiken en laat iedereen meedoen. Op de juiste manier. Als een BOEM graag!

Natuurlijk gaat u mij vervolgens de volgende vraag stellen: Wie gaan dat betalen? Nou, u en ik. Linksom of rechtsom. Maar het vliegwieleffect zou ik graag van Den Haag geïnitieerd willen zien. We moeten kilometers gaan maken. Ook die kilometers moeten u en ik gaan maken, een omwenteling zoals Jan Rotmans dat zo mooi zegt

Mijn zoontjes en ik gooien nog een keer onze hengeltjes uit. Hiermee als doel om een zwartbekgrondel of een ruisvoorn te vangen, ach. Het aas dat we aanbieden kan het verschil wel eens maken, waar niet. De Nederlandse rovers van de rivieren hebben het menu tenslotte ook aangepast. Baarzen vangen nu zwartbekgrondels en snoeken worden ingezet om de zonnebaars te bestrijden. Dat is een veerkracht die wij ook mogen laten zien. Als het niet gaat zoals het moet, moet het zoals het gaat. De wereld verandert tenslotte. Wij veranderen mee en niet andersom. Goede vangst!

PAS BOEM BENG!

 

Stefan van Vessem
Vergunningenmanager Rho Adviseurs voor Leefruimte.

Nieuws – Rho Adviseurs


Op zoek naar ondersteuning?

Hulp nodig bij het aanvragen van vergunning voor jouw project? Wij kennen alle procedures en zorgen voor de juiste aanpak!